Informatie over

Eosinofiele Oesofagitis

Informatie over

Eosinofiele Oesofagitis

Informatie over

Eosinofiele Oesofagitis

Welke mogelijkheden zijn er voor het behandelen van eosinofiele oesofagitis?

Op dit moment zijn er bij eosinofiele oesofagitis (EoE) drie behandelopties: gebruik van medicijnen (ontstekingsremmers, maagzuurremmers en monoklonale antilichamen), een dieet waarbij bepaalde voedingsmiddelen die een allergische reactie uitlokken worden vermeden, en een ingreep waarbij de slokdarm wordt opgerekt. Deze ingreep wordt ook wel dilatatie genoemd.

Welke behandeling het meest zinvol is, is afhankelijk van het ziektebeeld: in principe wordt de aandoening behandeld met medicijnen of diëten. Dilatatie wordt uitsluitend in een gevorderd stadium toegepast, als de slokdarm vernauwd is.

Basisbehandeling

EoE wordt in eerste instantie behandeld met medicijnen of diëten. Voordeel van deze behandelingen is dat ze de kans op ontsteking van de slokdarm verkleinen. Hierdoor wordt het risico op mogelijk onherstelbaar littekenweefsel en vernauwing van de slokdarm door langdurig onbehandelde EoE verkleind.

Gevorderd stadium

Als EoE pas heel laat wordt vastgesteld, of de patiënt niet goed reageert op medicijnen of diëten, wordt er in geval van sterke vernauwing van de slokdarm overgegaan tot een dilatatie. Daarbij wordt de vernauwing onder lichte verdoving (een roesje, geen algehele narcose) tijdens een kijkonderzoek (endoscopie) voorzichtig opgerekt. Doorgaans zijn patiënten dan na twee tot drie dagen pijn- en klachtenvrij. Deze ingreep verhelpt echter niet de oorzaak van de aandoening. Dat betekent dat de klachten op een later moment weer kunnen terugkomen en dat de behandeling moet worden herhaald.

De noodzaak van permanente behandeling

Helaas is genezing van eosinofiele oesofagitis nog niet mogelijk. Als de ontstekingsremmende behandelingen worden gestopt, vlamt de ontsteking meestal na enkele maanden weer op, met de bijbehorende klachten. Daarom is het belangrijk dat de patiënt nauw contact houdt met de arts, heel goed op symptomen let en zich regelmatig laat onderzoeken ter controle. Ongeveer zes tot twaalf weken na het begin van de behandeling moet er bovendien een kijkonderzoek (endoscopie) worden ingepland. Dan worden stukjes weefsel uit de slokdarm genomen (biopten) om te controleren of de behandeling effect heeft.

Een ontsteking van de slokdarm hoeft in het begin namelijk niet altijd gepaard te gaan met klachten. Lichte ontstekingen kunnen volledig onopgemerkt blijven. Daarom is controle middels een endoscopie en biopsie zo belangrijk.

Ontstekingsremmers
Maagzuurremmers
Monoklonale antilichamen
Diëten
Dilatatie